Het grootste en laagst klinkende koperen blaasinstrument is de tuba. Uitgerust met een grote, wijde beker en een diep mondstuk klinkt de tuba warm en donker. De tuba speelt dezelfde rol bij de koperblazers als de contrabas bij de strijkers. In tegenstelling tot wat velen denken, is de tuba veel meer dan een hoempapa-instrument. Gemiddeld beginnen kinderen met bastubaspelen tussen 16 en 20 jaar en meestal speelden ze daarvoor al trompet of trombone.

Het instrument heeft een bereik van vier octaven of meer. Ook is het een flexibel instrument, daardoor kunnen er snelle en virtuoze passages op worden gespeeld. Bovendien kan een tuba van fluisterzacht tot extreem luid klinken. Tuba’s komen in verschillende maten en vormen voor. Er bestaan tuba’s met twee ventielen, maar ook met drie, vier, vijf of zes. Een kleiner lid van de tuba-familie is de tenor-tuba, ook wel euphonium genoemd. Het euphonium speelt een belangrijke rol in harmonie- en fanfare-orkesten. Het heeft daar de rol die de cello heeft in een symfonie-orkest. Er bestaan zelfs euphoniums met twee bekers. Om het spelen op straat te vergemakkelijken, werd een tuba ontworpen die rond het lichaam kan worden gedragen. Dit instrument noemt men een sousaphone.